De paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen bevat de volgende kapitaalgoederen:
- verhardingenbeheer;
- bruggen en vlonders;
- bermen en sloten;
- openbare verlichting;
- riolering;
- waterbeheer;
- groenbeleids- en groenstuctuurplannen;
- bomen;
- natuurterreinen, landschapsinrichting en bossen;
- speelplekken;
- gemeentelijke gebouwen.
Van bovengenoemde kapitaalgoederen wordt aangegeven:
a het beleidskader;
b ontwikkelingen;
c de vertaling van de financiële consequenties in de begroting.